Architecten: te weinig loon naar werken, 9 op 10 wil wettelijk vastgelegd minimum ereloon

Bron: Orde van de Architecten

Architecten en designers hebben een grote passie voor hun beroep, maar de administratieve werklast, de toenemende verantwoordelijkheden en de financiële onzekerheid leggen een zware druk op die  jobtevredenheid. Dat blijkt uit een studie van de universiteit Gent en de Orde van architecten naar de sociaaleconomische positie van designers en architecten, in opdracht van Vlaams minister van Cultuur Sven Gatz (Open VLD).  De Orde van Architecten – Vlaamse Raad werkte mee aan het onderzoek.

Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Media en Brussel Sven Gatz, het Departement Cultuur, Jeugd en Media, de onderzoeksgroep CuDOS van de Universiteit Gent en de Orde van Architecten – Vlaamse Raad maakten op de laatste dag van Batibouw de resultaten bekend van het grootschalig onderzoek naar de sociaaleconomische positie van architecten en designers. Architecten en designers zijn gepassioneerd door hun beroep, maar de toenemende administratieve lasten, groeiende verantwoordelijkheden, lange uren en financiële onzekerheid leggen een zware druk op de jobtevredenheid van designers en nog meer op die van architecten.

Het Departement Cultuur, Jeugd en Media van de Vlaamse overheid voerde eerder al twee gelijkaardige onderzoeken naar de sociaaleconomische positie van creatieve beroepen. In 2014 werden de acteurs bevraagd, en later, in 2016, volgden de audiovisuele sector, beeldend kunstenaars, auteurs, muzikanten en podiumkunstenaars. Architecten en designers zijn onderwerp van een derde studie.

In deze studie wordt het profiel, de arbeidssituatie en de daaruit voortvloeiende sociaaleconomische condities bij architecten en designers bestudeerd. Er wordt gefocust op verloning, man/vrouw-verhoudingen, jobtevredenheid, samenhang van het netwerk, en de werkomstandigheden van architecten en designers. De onderzoeksgroep CuDOS verzamelde via een online bevraging gegevens bij 1840 architecten (25% van het totaal aantal Vlaamse architecten) en 578 designers.

9 op 10 architecten wil wettelijk vastgelegd minimum ereloon

Wanneer architecten aan de slag gaan, is dit zo goed als altijd als zelfstandige (95%) en werken zij gemiddeld zo’n 50 uur per week. Zelfstandige architecten verdienen gemiddeld 29.807 euro netto per jaar. Architecten geven aan dat deze verloning niet in verhouding staat tot de vereiste competenties, verantwoordelijkheden en de werkuren die ze presteren. Veel werkuren blijven onbetaald: administratie, leveren van advies, omgaan met de veranderende regelgeving… Een aanzienlijke groep architecten ervaart de voorbije decennia een toenemende werkdruk door alsmaar bijkomende administratieve lasten. Slechts 27% van de architecten is tevreden over de vergoeding die men krijgt voor geleverde prestaties en 65% geeft aan dat de financiële onzekerheid groot is. Een ongeveer even groot aantal (64%) geeft aan dat de druk van bouwheren, confraters en anderen soms te groot is. 90% van de architecten is dan ook van mening dat er een wettelijk minimum moet komen voor het ereloon van architecten.

Veel architecten geven aan dat ze een passie hebben voor hun vak, maar voegen eraan toe dat het creatieve aspect in de praktijk te weinig aan bod komt. Opvallend ook: maar liefst 78% geeft aan dat bouwheren en opdrachtgevers vaak niet goed weten wat een architect doet.

Meer dan de standaard 38-urenweek

Wanneer naar verloning van architecten en designers gekeken wordt dient rekening gehouden te worden met het feit dat het om een hoog opgeleide groep gaat. Bij architecten is een masterdiploma een vereiste voor erkenning. Ook twee derde van de designers heeft een masterdiploma.

Naast architecten kloppen ook designers significant meer uren dan de standaard 38-uren week, zij werken gemiddeld 47 uur. Zij verdienen gemiddeld minder dan architecten (24.239 euro netto per jaar). Bovendien moeten zij vaak meerdere jobs combineren en andere bronnen aanspreken om tot een leefbaar inkomen te komen: 45% geeft aan dat ze zonder inkomsten uit andere bronnen niet zouden rondkomen. Toch lijken ze beduidend gelukkiger. Designers zijn meer tevreden over de vergoeding voor hun prestaties (45% t.o.v. 27%). Tevens zijn ze meer tevreden over het creatieve aspect van hun job dan architecten (85% t.o.v. 66%) en ervaren ze in vergelijking met architecten meer professionele en persoonlijke steun binnen hun professionele netwerk. Ze zijn dan ook, ondanks de onzekerheid van het beroep, minder geneigd dan architecten hun job stop te zetten.

Uit het onderzoek blijkt duidelijk dat architecten en designers een specifieke groep vormen binnen de creatieve sector. Beide beroepsgroepen beoefenen een kunstendiscipline met een grote maatschappelijke toepasbaarheid. Toch maken ook deze disciplines een wezenlijk deel uit van het Vlaamse kunstenbeleid en lopen een aantal verzuchtingen gelijk met de noden van de andere creatieve beroepen. Deze draaien vooral rond een gebrekkige verloning voor het werk dat zij verrichten en de nood aan duidelijke, beschermende statuten en meer gerichte ondersteuning.

Mannenbastion

De architectenwereld is en blijft een mannenbastion, dit blijkt vooral uit de cijfers bij de oudere leeftijdsgroepen. Bij de jongere leeftijdsgroepen wordt een veel evenwichtigere genderverhouding vastgesteld: bij architecten jonger dan 35 jaar is de verhouding man/vrouw in volledige balans. De sterkere aanwezigheid van vrouwen op jonge leeftijd wordt door twee mechanismen veroorzaakt: de vroegere uitstroom van vrouwen uit het beroep omwille van de moeilijke combinatie van lange en onregelmatige werkuren en het gezinsleven, maar daarnaast zijn ook duidelijke tekenen dat vrouwen meer kiezen voor het beroep van architect… Bij designers wordt ook een daling van het aandeel vrouwen over de leeftijden vastgesteld, maar in veel mindere mate dan bij architecten en hier stelt de studie over alle leeftijden heen een evenwichtige genderverhouding vast.

Minister Sven Gatz: “Architecten en designers worden vaak gezien als een specifieke groep binnen de kunstenwereld omdat hun creativiteit meestal gelinkt is aan een gebruiksfunctie. Dit onderzoek toont aan dat de sociaaleconomische positie en de artistieke loopbaan van architecten en designers grotendeels gelijk is aan die van andere kunstenaars. Zij geven ook gelijkaardige pijnpunten en barrières aan. Ik wil daarom samen met het Departement Cultuur, Jeugd en Media pistes onderzoeken om ook deze groepen nog beter te ondersteunen in hun artistieke werk.”

 

Bron: Orde van Architecten

400 266 TIDES